Welke afspraken heeft Nederland gemaakt voor klimaatverandering? Met alle verschillende jaartallen en cijfers is het makkelijk om het overzicht kwijt te raken. Daarom staan hier de belangrijkste doelstellingen op een rij.
We beginnen met de basis. De mens stoot teveel broeikasgassen uit, en daardoor stijgt de temperatuur op aarde. De temperatuur is nu al 1°C gestegen, en daarvan zien we de effecten in de vorm van smeltend ijs, bosbranden en extreem weer. Nu moeten we er samen voor zorgen dat de temperatuur niet verder stijgt. Daarvoor zijn internationale afspraken gemaakt.
Het akkoord van Parijs: Dit is het internationale akkoord dat door 195 landen is gesloten in december 2015. Dit is de belangrijkste internationale afspraak om klimaatverandering tegen te gaan. In Parijs is er hard onderhandeld over de stijging van de temperatuur. Uiteindelijk staat in het akkoord om de stijging onder de 2°C te houden, en liever nog op maximaal 1.5°C. Daarvoor levert elke lidstaat een overzicht aan van wat zij zelf doen om dit doel te bereiken: De Nationally Determined Contributions (NDCs).
Het IPCC: Dit is de internationale wetenschappelijke organisatie rondom klimaatverandering. In een toonaangevend rapport uit 2018 gaf het IPCC duidelijk aan wat er nodig is om de stijging van de temperatuur te beperken tot 1.5°C. Daarvoor moet de uitstoot van CO2 in 2030 dalen met 45%, om in het jaar 2050 ‘net zero’ te bereiken. In het rapport staat dat er vergaande maatregelen nodig zijn om dat doel te halen, maar ook dat het fysiek mogelijk is om dat te bereiken.
De Europese Unie heeft in 2020 een nieuwe doelstelling afgesproken: Een verlaging van 55% uitstoot in 2030 ten opzichte van 1990. Deze doelstelling heeft de EU ook ingediend als bijdrage aan het akkoord van Parijs.
Nederland: Na de ondertekening van het akkoord van Parijs is er in Nederland een speciale klimaatwet aangenomen. In deze wet is bepaald wat de doelstelling is voor Nederland, namelijk 49% minder CO2-uitstoot in 2030 ten opzichte van 1990. Zoals je hierboven kunt lezen is er binnen de EU dus een hogere ambitie afgesproken van 55%. In het jaar 2050 moet volgens de klimaatwet de uitstoot 95% lager liggen dan in 2050.
En dan nu de realiteit: Dit is allemaal te weinig.
Wat je hierboven ziet, zijn internationale afspraken. Hoe mooi ze ook klinken, ze hebben in ieder geval twee grote problemen. Het eerste probleem is dat we niet op koers liggen om de doelstellingen te halen. Nederland is daar zelf helaas een voorbeeld van. Het tempo van de verlaging van de uitstoot in Nederland moet verdubbelen om het doel voor 2030 te bereiken (bron). En dan halen we alleen nog maar de 49% die Nederland heeft vastgelegd, niet het EU-doel van 55%.
Het tweede probleem is dat de doelstelling niet hoog genoeg is. We hebben de afgelopen jaren zoveel broeikasgassen uitgestoten dat we nog veel sneller en radicaler moeten stoppen met de uitstoot. Zelfs tijdens de coronacrisis is de wereldwijde uitstoot nog toegenomen. De doelstellingen zijn dus gewoon niet goed genoeg. We hebben nog maar een beperkte hoeveelheid ‘budget’ voor uitstoot, en dat maken we veel te snel op. Dat zie je op het plaatje hiernaast: Omdat we nu pas beginnen met verminderen, moeten we de komende jaren bijna recht naar beneden met onze uitstoot. Doen we dat niet, dan gaan we dus over de 1.5°C opwarming heen.
Aan de slag: Op naar nul uitstoot!
De conclusie: Mooie beloften zijn niet genoeg. Om de klimaatcrisis aan te pakken moeten we zo snel mogelijk naar nul uitstoot. Tot die tijd helpt het om de uitstoot die je wel hebt, te compenseren. Meer weten? Lees hier hoe je KlimaatPositief wordt.