Selecteer een pagina

In 2019 (toen je nog met duizenden mensen tegelijk bij elkaar kon komen!) vond de grootste klimaatdemonstratie ooit plaats. In Nederland kwamen 40.000 mensen bij elkaar om te demonstreren voor een duurzame toekomst. Een prachtig moment, maar ik gok dat de meeste van deze mensen sindsdien niet zo duurzaam hebben geleefd. En dat ligt niet aan hen: ons land is nu eenmaal niet duurzaam ingericht.

We leven in een economie die draait op fossiele brandstoffen. We gebruiken plastic, verwarmen ons huis met aardgas, reizen met de benzineauto naar het werk en gaan met de auto of het vliegtuig op vakantie. De komende jaren komt er daarin een grote verandering. Wat nu normaal lijkt, is dat straks niet meer.

Dit zijn alvast vijf dingen waarvan ik denk dat onze kleinkinderen ze later niet zullen begrijpen:

1. Straten vol geparkeerde auto’s

Zeker tijdens de coronacrisis was het heel normaal om veel stilstaande auto’s te zien. Allemaal auto’s van mensen die even nergens naartoe gaan. Niet alleen zonde van al die leasekosten of afschrijving voor bedrijven en consumenten, maar ook zonde van de publieke ruimte die we besteden aan parkeerplaatsen. Als we in de toekomst meer gebruik maken van openbaar vervoer, deelauto’s, deelscooters en zelfs deelbakfietsen, zijn er veel minder auto’s nodig. En de auto’s die er zijn, zijn vaker elektrisch.

2. Wegwerpverpakkingen

Zogenaamd single use plastic gooien we direct na gebruik weg. Dit kun je recyclen in een aparte vuilnisbak, maar het feit blijft dat we dus gloednieuw plastic – wat echt heel lang kan meegaan – direct na verbruik weggooien. Recycling is bovendien lang niet zo effectief als je misschien hoopt. In Nederland recyclen we zo’n 50% van het plastic, maar wereldwijd komen we maar op 14% uit (bron). Plastic is een groeiend probleem, bijvoorbeeld in de vorm van zwerfafval en de ‘plastic soep’ in de oceanen. Bovendien wordt plastic gemaakt van fossiele brandstoffen zoals aardgas. Het besef van dit probleem wordt steeds groter, en sommige mensen doen nu al hun boodschappen met verpakkingen die ze van huis meenemen. Het is nog belangrijker dat grote spelers, zoals supermarkten, minder plastic gaan gebruiken. Dan mogen wij later aan onze kleinkinderen uitleggen dat we vroeger een grote prullenbak in huis hadden, speciaal voor het plastic.

3. Drinkwater in de WC

De meeste van onze toiletten spoelen door met leidingwater. Dat is dus water dat geschikt is om te drinken, en wij spoelen het letterlijk door de plee. Als bewoner kun je daar weinig aan doen, maar het mag wel veranderen! In sommige nieuwbouwwijken verandert dit al en zijn er verschillende leidingen voor drinkwater en WC-water.

4. Drinkwater om de tuin te sproeien

Nog eentje over drinkwater, want deze is ook zo zonde. Tijdens warme zomers komen er al oproepen van het waterschap om de tuin niet te sproeien, om drinkwater te sparen. Een simpele oplossing is het installeren van een regenton. Die zorgt ervoor dat water wordt opgevangen tijdens natte periodes én dat je water beschikbaar hebt tijdens droogte. Het water dat in een regenton wordt opgevangen is bovendien gezonder voor veel (kamer)planten omdat het minder kalk bevat dan leidingwater.

5. Steden zonder groen

Hoe warmer het wordt, hoe gevoeliger de stad wordt voor ‘hitte-eilanden’. Dat zijn zones waar het op warme dagen extreem warm wordt. Vooral gebieden met veel steen zijn hier heel gevoelig voor. De oplossing is simpel, namelijk om meer groen te plaatsen. Bomen en planten zorgen voor verkoeling, nemen CO2 op, geven een prettig gevoel aan bewoners en kunnen de biodiversiteit versterken. We gaan daarom in de toekomst veel meer groen in de stad zien.

Welke denk jij aan het rijtje toe te voegen? Hoe normaal zal het in de toekomst nog zijn om een weekje naar de zon te gaan, of op stedentrip te gaan met het vliegtuig? Of om 5 dagen per week met de auto naar kantoor te rijden?