Michael James Lucas is architect en noemt zichzelf een ‘duurzaamheidsridder’. Duurzaamheid vormt de rode draad in zijn loopbaan. Ook privé hebben Michael James en zijn vrouw hun koophuis volledig aangepakt en van energielabel G naar energielabel A gebracht. In dit interview zegt hij: “We hebben een heel, heel groot probleem. Maar: We kunnen het oplossen!”
Welke rol speelt duurzaamheid in jouw carrière?
“Ik ben geboren en deels opgegroeid in Australië, en daarna naar Europa verhuisd. Het gat in de ozonlaag en de jaarlijkse bosbranden maakten me al op jonge leeftijd bewust van onze invloed op de planeet. Ik was heel vroeg gespecialiseerd in duurzaamheid, lang voordat het normaal was binnen de architectuur. Ik ben gaan werken bij koplopers op het gebied van duurzaamheid, maar toen dacht ik: hier moet ik niet zijn, want deze mensen zijn al goed bezig. Daarna ben ik bij andere bureaus gaan werken die nog geen duurzaamheidsbeleid hadden. Ik heb die organisaties geholpen om hun duurzaamheidsbeleid op te zetten.
Je hebt altijd een paar mensen die ermee bezig zijn, daar heb ik mee opgetrokken en ervoor gezorgd dat de directie inziet dat het onderdeel moet zijn van de bedrijfsvoering. Dat betekent ook dat je gaat werken op een andere manier. Dat heb ik jaren gedaan, steeds bij een volgend bureau. Ik werk sinds een paar jaar volledig voor mezelf; deels als architect, deels als adviseur op het gebied van verduurzaming.”
Wat voor veranderingen zie je door de jaren heen?
“Er komen veel meer vragen van particulieren: kan ik iets doen? Toen de gasprijzen omhooggingen werd je geconfronteerd met het energieverbruik van je woning, en hoe duur dat is. Dan willen mensen dingen gaan doen om dat te verbeteren.”
Het is pas de laatste paar jaar dat het een gespreksonderwerp begint te worden. Al mijn vrienden weten dat ik duurzaamheid belangrijk vind, maar ik ben inmiddels niet altijd meer degene die erover begint. Ik word nu ook zelf aangesproken over hoe mensen hun huis kunnen verduurzamen. Het begint mainstream te worden, dat vind ik mooi om te zien.”
Je werkt ook met professionele partijen zoals woningcorporaties. Zie je daar voldoende urgentie en kennis?
“Een van de grootste problemen is dat als een probleem niet urgent is, dat je er ook niets aan gaat doen. Klimaatverandering is moeilijk om tastbaar te maken. Een van de grootste uitdagingen is altijd eerst die urgentie laten voelen. Pas als mensen dat beginnen te begrijpen, kun je zeggen: Samen kunnen we er iets aan doen.
Ik probeer altijd te starten met het grote plaatje: Het gaat nu niet de goede kant op, maar we kunnen het nog keren. Maar: Nu.
Dat is het belangrijkste, om mensen dat te laten voelen. Je moet altijd beginnen met het grote plaatje en dan inzoomen op hun eigen wereld om het tastbaar te maken. Het is altijd heel leuk om mensen te laten zien dat zelfs de kleinste dingen die ze kunnen doen, een effect hebben.”
Waarom wilde je ook zelf je hele huis verduurzamen?
“In het Engels zeggen we: Put your money where your mouth is. Wij hebben ons huis van energielabel G naar energielabel A gebracht. Dat is heel ingrijpend, maar de grote verbouwing die we deden is het moment om dat soort stappen te zetten.
Ik ben in mijn buurt ook energiecoach en dan gaat het veel meer om de kleine ingrepen. Bij de meeste mensen gaat het om heel veel kleine stapjes, en daar kun je ook ver mee komen.
Het gaat erom dat we ons verbruik enorm verlagen. Tegelijkertijd wordt de hoeveelheid groene energie elk jaar groter. Mensen denken vaak: ik koop groene energie in en dan is het goed, maar we moeten ook ons gebruik zien te verlagen. Het is een soort kaasschaafmethode: als iedereen het verbruik een beetje kan verlagen, heeft dat een enorme impact.”
Minister Hugo de Jonge samen met Haagse wethouder Liesbeth van Tongeren op bezoek bij Michael en zijn vrouw Marjolein
Wat vind je van de ambitie van sommige steden om in 2030 klimaatneutraal te zijn?
“Je moet altijd een doel hebben en dat doel mag ambitieus zijn. Het gaat erom dat je die stip op de horizon hebt en dat je elke keer toetst: zijn we de juiste dingen aan het doen om daar te komen?
De eerste keer iets doen is altijd moeilijk. De eerste wijken loskoppelen van het gas is een heel grote opgave, maar elke keer word je er beter in. Je hebt ook een ambitieus doel nodig. Als je een effectieve vergadering wilt hebben moet je in het begin zeggen: dit is het doel en we hebben zoveel tijd.
Een van de architectenbureaus waar ik gewerkt heb is dat van Thomas Rau in Amsterdam, één van de koplopers op het gebied van duurzaamheid. Al zijn presentaties begint hij met het verhaal van John F. Kennedy. In 1962 zei hij: voor het eind van dit decennium staan we op de maan. We doen het gewoon. Het is goed om zo’n concreet doel te hebben, en als we die kennis en technologie niet hebben dan ontwikkelen we die.
Als je zoiets kunt gebruiken om meer mensen enthousiast te krijgen, dan gaan meer en meer mensen samenwerken en dan krijg je een sneeuwbaleffect. En dan lukt het wel, en ik zie nu dat dat aan het gebeuren is.”
Welke verandering zou je willen zien in jouw sector?
“Ik zou willen dat het verplicht was om alle gebouwen energiepositief te maken en voor zover mogelijk biobased. Als je nieuw aan het bouwen bent is het vaak niet moeilijk om energieneutraal te zijn, en energiepositief moet meestal ook lukken. Dat energievraagstuk gaan we oplossen, maar dan moeten we ook naar materialen kijken. Er zit heel veel energie in de materialen die we gebruiken. Dat betekent dat we veel meer naar biobased producten moeten gaan. Eigenlijk zou je willen dat het verplicht wordt om je gebouw minimaal energieneutraal te maken, liefst positief, en voor een heel groot gedeelte biobased waar het kan.”
Welke tip heb je voor lezers waarmee zij direct aan de slag kunnen?
“Wees enthousiast en positief. Heel veel verhalen over het klimaat zijn doemverhalen. Daar worden mensen alleen maar depressief van en dan gaan mensen geen actie ondernemen. Wees positief: we kunnen wel veranderen, het is op te lossen. Het is zeker een grote uitdaging, maar als we niets doen dan heeft niemand daar baat bij. Begin ergens.”
Kun je een voorbeeld geven van wat mensen dan kunnen doen?
“Je douchekop vervangen. Dat is het makkelijkste dat je kunt doen. Je koopt een waterbesparende douchekop en dan heb je je eigen energieverbruik thuis direct verlaagd. Het kost zo’n 50-60 euro en het heeft een hele grote impact.
Daarnaast: Probeer een ambassadeur te zijn. Probeer mensen te inspireren, want mensen vinden het leuk om positieve verhalen te horen. We moeten realistisch zijn: We hebben een heel, heel, heel groot probleem. Maar: We kunnen het oplossen!”
p.s. wil je artikelen zoals deze direct in je inbox ontvangen? Meld je dan aan voor de nieuwsbrief!